Waarom? Het motief.

  • De dader was verliefd op de schilder van het schilderij,
    maar de liefde was niet wederzijds. Dit is een wraakactie.
  • Het is een slechte mop.
  • De dader wou zorgen voor een spannend verhaal.
  • De dader houdt van vogeltjes en wil het schilderij boven zijn bed hangen.
  • De dader wil het schilderij verkopen voor veel geld en rijk worden.
  • De dader denkt dat het schilderij vals is en wil dit onderzoeken en bewijzen.
  • De dader had per ongeluk geniest op het schilderij en daardoor is de verf uitgeveegd.
  • De dader heeft het schilderij aangeraakt en het is gevallen.
    Nu is het schilderij stuk.
  • De dader wil thuis replica’s maken van het schilderij en valse schilderijen verkopen.
  • De dader is jaloers en vindt dat het schilderij teveel aandacht krijgt.
  • De dader is zijn beroep beu.