2. Ik en de weg naar school.

  • ik neem de veiligste en kortste weg van en naar de school
  • ik treuzel niet onderweg
  • ik respecteer de wegcode
  • ik gedraag me voornaam op straat
  • ik kom steeds op tijd naar school

3. Ik ben op school.

  • als ik om veiligheidsredenen een gsm nodig heb, zet ik die uit zolang ik op school ben
  • ik leg mijn gsm op de plaats die de juf of meester zegt
  • ik zet mijn schooltas op de afgesproken plaats
  • bij het tweede belteken sta ik in de rij en ik zwijg
  • ik ga in stilte met de rij naar de klas

GSM